vrijdag 13 maart 2009

Champagne!?

De voorbije weken heb ik de eindspurt voor het eindwerk van mijn therapeutenopleiding ingezet. Aan de finish ben ik nog niet, maar hij is wel in zicht. En ik ben er trots op! Ondanks mijn kanker - of precies dankzij, wie zal het zeggen - heb ik echt het gevoel dat dit het eindwerk is dat ik wou maken. Wat nu rest, is enkel nog het voorwoord en de verwerking van de commentaar die de lector en mentor binnenkort geven.

Maandag 9 maart 2009: de zesde en laatste fluosessie in Gent. Ik had dit bewust niet vorige vrijdag gepland zodat ik het opleidingsweekend kon meebeleven. Enkele weken geleden kreeg ik een e-mail van de hoofdredacteur van "Leven", het magazine van de Vlaamse Liga tegen Kanker - de organisatie achter Kom op tegen Kanker. Of ik het zag zitten om een dag lang gevolgd te worden. Er zou daarover een artikel verschijnen in de zomereditie van "Leven", in de rubriek "Een dag uit het leven van…" Ach, waarom ook niet hé, een beetje afleiding kan op zo'n dag geen kwaad.

's Middags eten we een hapje in de buurt van het ziekenhuis. Leon blijft bij oma vandaag, maar Nina is er dit keer opnieuw bij. Zij wil met eigen ogen zien hoe chemokasper het allerlaatste kankercelletje opeet. "Leuk dat jullie allebei in roze en zwart zijn," zegt An, de fotografe, terwijl ik dat nog niet eens opgemerkt had. Het gezelschap in het ziekenhuis stoort me niet, we kunnen rustig wat praten. Rond 5 uur, als de fluosessie er bijna op zit, vraagt Carla, de journaliste: "En, gaan jullie dit vieren als jullie straks thuiskomen?" "Natuurlijk," antwoorden we in koor. De champagne staat al koud." "Ok, dat wordt dan een mooi slot van het verhaal van jouw dag." Meteen na haar vertrek, tijdens het laatste half uurtje dat ik de chemo krijg, sluit ik me zoals de vorige keren weer af: ogen dicht, MP3-speler aan en weg van deze plek. Dieter en ik zeggen geen woord meer.

Onderweg naar huis merk ik dat mijn stemming gekeerd is. Ik krijg wat hoofdpijn, waarschijnlijk ook door het plotse besef dat "het" niet gedaan is, maar dat ik voor een paar lastige dagen sta.
De champagne laten we in de koelkast tot over drie weken. Want dan pas hebben we iets te vieren: dan moet ik eens niet terug naar de fluo. De 30 dagelijkse trips naar het Kortrijkse ziekenhuis voor de radiotherapie onderschat ik daarbij geenszins, evenmin als de hormoontherapie. Maar dat zijn zorgen voor april.

"Blij dat je ervan af bent?" vragen jullie zich waarschijnlijk af. "Nee, want ik ben er nog niet van af. Dit is en blijft een ellendige week, met bevroren spieren, hevige pijnscheuten en nog geen energie genoeg om een spaarlampje te laten oplichten." De mensen zeggen nochtans dat ik er goed uitzie. Goed voor een kankerpatiënt, voeg ik er dan zelf binnensmonds aan toe, hoewel ik het compliment wel weet te waarderen. Maar ik zou er liever veel minder goed uitzien om me iets beter te voelen. Vandaag lijkt dat eerste alvast te lukken, ik zie eruit als een overrijpe tomaat. Maar me beter voelen doe ik niet.












Oh ja: het resultaat van de reportage lezen en zien jullie als het artikel verschijnt, ik hou jullie op de hoogte.