vrijdag 26 december 2008

Supercup

Raden jullie even mee naar dat ene speciale cadeautje onder mijn kerstboom? Ingebouwde airco. Biocompatibiliteit. Gepatenteerd ribbelontwerp. Geïntegreerde luchtkamers. Betrouwbare houvast. Doet het nog geen belletje rinkelen? Nee? Dan citeer ik verder uit de bijhorende folder. Zorgt voor natuurlijke deining bij beweging. Met vario-hechtstrip. Dermatologisch getest. Optimaal huidklimaat. Zekerheid bij elke beweging. Je kan er zelfs mee zwemmen. Juist! Er lag een softtouch-siliconen borstprothese onder mijn kerstboom.
Na de operatie kreeg ik in het ziekenhuis een voorlopige borstprothese. Eigenlijk was dat gewoon een zacht kussentje gevuld met een soort watte om in mijn bh te stoppen. Want het litteken kon toen natuurlijk nog niet veel verdragen. Maar nu alles mooi genezen is, mocht ik mijn nieuwe borst passen. Een borst die perfect symmetrisch is met mijn andere - stilaan vereenzaamde - borst. Een borst opgevuld met silicone. Op de achterkant van de prothese kan ik huidvriendelijke kleefstrips aanbrengen zodat de prothese aan mijn huid kleeft en ik zonder problemen voorover kan buigen.
Het was wel even zoeken en tasten om de juiste vorm en de precieze plaats voor de prothese te vinden. Maar gelukkig is Dieter mee, als expert ter zake. Verrassend genoeg voelt die fopborst heel natuurlijk op mijn lichaam. De dame van de thuiszorgwinkel kijkt wel even vreemd op als Dieter om een waterpas vraagt... om zeker te zijn dat beide borsten zich op precies dezelfde hoogte bevinden. Want samen met het onderhoud ervan is dat toch een werkje dat me elke morgen 5 minuten langer in de badkamer zal houden.
Nu begrijp ik, beste vrienden, dat jullie bij de volgende ontmoeting wel even afgeleid kunnen zijn door de illusie van mijn perfecte cup. Niet erg: kijk er gerust even naar, het stoot mij niet tegen de, euh, borst. En mocht je eraan twijfelen: mijn linkerborst is de enige echte. Maar als je daarna ook mijn kleurige sjaaltjes een blik gunt: maak onderweg dan ook oogcontact hé - al is het maar even.
Volgens Dieter loop ik met zo'n tevreden blik rond, alsof ik net de supercup gewonnen heb. Dat zal wel een of andere voetbalbeker zijn. Ach, het blijft een wisselbeker, want binnen een goed jaar wissel ik die in voor een echte cup: een met lichaamseigen weefsel en eigen doorbloeding en zonder onderhoudsbehoefte en waterpas.

dinsdag 23 december 2008

De ongenode gast

De kerstperiode. We halen allemaal de "eeuwige boom" in huis. Tijdens mijn therapie-opleiding bomen we even door op het ultieme kerstsymbool: de eeuwig groene kerstboom. We halen het symbool van de hoop in huis: de hoop van het eeuwige leven. En wat doen we dan? We versieren de boom. Met ballen - die staan voor groei, zelfverwezenlijking en heelheid - slingers, huisjes, geldbuidels, engels, een piek. We hangen er dus onze wensen in.

Als je een wens uitspreekt, staat het tegenovergestelde onbewust ook plots daar. Bijvoorbeeld vrede versus oorlog, kracht versus zwakte. Het is belangrijk om stil te staan bij die dubbele bodem, die dualiteit, want uit beide tegengestelden kan iets nieuws geboren worden, iets krachtigs. Steevast hebben we angst voor het tegenovergestelde van onze wensen. Daarom zijn we heel creatief bij het bedenken van strategieën om onze grootste angsten te ontwijken.Mijn tweede postje in november over "Mijn overlevingskansen" is daar een sterk staaltje van. Tussen de twee polen, de wens en de vrees, bevindt zich echter acceptatie. Dat betekent niet dat je je zomaar neerlegt bij de feiten, maar dat je erkent wat er IS. En van daaruit actie onderneemt.

Tot zover de theorie. "Wat is mijn wens?" vraagt de docent. "Leven," daar moet ik niet lang over nadenken "in al zijn heerlijke facetten." Zo gemakkelijk was ik er niet vanaf, blijkt even later. Want ook nu staat het tegenovergestelde daar: de dood. Ik kan plotseling niet meer om mijn grootste angst heen. Wat ik wou wegduwen staat plotseling roerloos voor mijn neus. Net als in de film met Anthony Hopkins, Meet Joe Black, is Brad Pitt, alias pietje de dood, bij ons op bezoek. Die angst is zo tastbaar dat ik er tijdens mijn twee dagen opleiding heel emotioneel door word. Gelukkig is er de groep! Ze laten zijn wat is en ik voel me gedragen door hun stille getuigenis. In plaats van mijn angst weg te duwen, kijk ik ze recht in de ogen en van daaruit komt de vaste overtuiging: hij verlaat ons huis wel, die ongenode gast. En precies dat besef is een krachtig platform om mijn grootste wens te lanceren.

Dag 10 na mijn 2e fluosessie: bloedcontrole
Yes! Dat had ik in 2008 nog niet meegemaakt. Het ziekenhuis buitenstappen met een supercontent gevoel. Ik zag er nochtans zo tegenop, wéér naar dat verrekte ziekenhuis. Normaal kan een bloedcontrole bij de huisdokter, maar aangezien mijn witte bloedcellen na dag 10 van de vorige fluo zo dramatisch laag stonden (nog geen 600), wou de oncoloog mijn bloedwaarden van heel dichtbij volgen. Mocht mijn weerstand nu onder de 500 duiken, dan heb ik zelfs recht op terugbetaling van een soort epo-spuitjes om de aanmaak van witte bloedcellen een boost te geven. Maar de epo mag in de frigo blijven, want mijn witte bloedcellen staan op 1200!

Ik mag de feestdagen induiken zonder remmen. Geen contact mijden. Zoenen en knuffelen à volonté. Mijn weerstand is top! Daar drinken we op! Champagne natuurlijk.

Ondertussen ben ik o zo nieuwsgierig: Wat ligt er nu in godsnaam onder die kerstboom voor me?

Vrolijk kerstfeest iedereen!

maandag 15 december 2008

Fluo-ellende, the sequel

Vrijdag 12 december: fluosessie nummer 2. Voor de eerste keer mag Nina mee. Ze vertedert alle verpleegsters met haar vertelsels en met het speelgoedziekenhuis dat ze meebracht naar het echt ziekenhuis.

Het bloedonderzoek vertelt ons dat de bloedwaarden weer - even - een duim omhoog verdienen, dus mag mama de medicamentjes krijgen, ziet Nina nu eens met haar eigen ogen. Ze vindt het allemaal fantastisch. "Kijk papa, in het ziekenhuis hebben ze ook een tv met 'Het zandkasteel'." Of tegen de verpleger: "Ben jij een echte dokter?" Niemand anders dan Nina bepaalt vandaag het tempo: als een zakje leeg is en er geen druppeltjes meer vallen, geeft Nina het lichtsein voor de volgende lading.

Voor Nina is het vandaag een dubbele feestdag, want 's namiddag staat ook nog eens het groot schoolfeest op het programma. Papa en de oma's zien Nina in cadeauverpakking schitteren in de kerstmusical. Het schoolfeest wordt voor de kinderen afgesloten in de turnzaal met - jawel - een fluo-flitsfuif. Ik heb het optreden gemist. En van fluo heb ik zeker mijn buik vol op dit moment. Letterlijk. Terwijl het na de eerste fluosessie drie weken geleden bij misselijkheid bleef, moet ik er nu nog vreselijk van braken ook. Naar de avond toe zelfs om 't kwartier. De oncoloog van dienst hoopt dat de Zorro-pillen snel werken. Anders verlies ik teveel vocht en moet ik naar 't ziekenhuis om extra vocht en Zorro-stuff.

Gelukkig geraak ik uiteindelijk uitgekotst, maar zowel zaterdag als zondag ben ik vreselijk misselijk en kan ik amper iets eten. Ik voel me echt on-ge-lo-fe-lijk ellendig. En neen, dat niemand het waagt me te sussen dat dit een teken is dat de fluo "aanpakt": de ongewenste effecten staan los van de gewenste effecten. Tijdens een miserabele avond, een slapeloze nacht en twee mottige dagen, ben ik natuurlijk niet in staat om ver vooruit te kijken - als je zo ellendig bent, wordt een mens gedwongen tot kortetermijndenken: de volgende minuut, het volgende uur, de komende nacht.

Ondanks de fluo in mijn lijf, voel ik me een spaarlampje dat amper wat schemerlicht produceert. De herinnering aan die afschuwelijke dagen brengt me weer op het randje van de misselijkheid. Even verdringen die gedachten!

Het is nog maar eens bewezen: een vervolg is meestal slechter dan het origineel. En zoals zo vaak: het boek is nog veel beter. Volgens het boekje zou de reactie op mijn tweede fluo immers vergelijkbaar moeten zijn met de reactie op mijn eerste fluo. Niet dus!!!

Nu, maandag, is het al iets beter en zal het ergste leed voor 2008 toch al geleden zijn.

En tijdens de feestdagen zal ik volop schitteren. Beloofd!

Het duiveltje in Leon

Het verdriet van Nina om het verlies van haar dierbare knuffels is gelukig van korte duur. Die zaterdagnamiddag wint het verdriet het van de vermoeidheid, dus dat middagdutje slaat ze maar eens over. 's Avonds daarentegen is Klaasje Vaak Nina de baas en slaapt onze engel voor de eerste maal zonder haar speciale maatje. 's Anderendaags is Nina is toch zo blij dat ze nu een grote meid is die geen knuffeltje meer in de mond stopt. En de kleine gelukzakken die Nina's knuffeltjes van de sint krijgen, zullen weten wat engelengeluk is. Iedereen content dus, dank u lieve sint :-)

Hoera 't is maandag. Leon krijgt het RSV-virus na twee weken eindelijk op de knieën - op wat hoesten en een lopende neus na. Mijn keelontsteking is ook verleden tijd. Tijd om een heleboel knuffels in te halen en even te bekomen voor de volgende fluo vrijdag.

Dinsdag lijkt dat plan in het water te vallen: Leon heeft in de crèche plots een uitstulping in zijn onderbuik. Dat verdwijnt even snel en houdt volgens de uroloog misschien verband met de druk op het buikvlies door de vele hoestbuien. Daardoor ontsnapt er wat buikvocht naar de onderbuik. De volgende drie dagen komt die zwelling enkele keren terug, maar Leon lijkt daar amper last van te hebben. Enkel als dit na een paar weken de kop blijft opsteken, zou dat liesbreukje via een kleine ingreep in dagkliniek hersteld moeten worden. Het is in ieder geval niets ernstigs.

Even had dat lief duiveltje ons toch laten schrikken!

dinsdag 9 december 2008

Inanna's reis

Bewogen weekendje: vrijdagmorgen begint met keelpijn, vrijdagnamiddag bezorgt het RSV-virus Leon weer een scherpe koortsopstoot, 's nachts ruilt de sint Nina's sabbelknuffels voor een pop, een kabouterhuisje en... een ziekenhuis. Ook Leon is vrolijk in de weer met zijn ballengooier. Jammer genoeg krijg ik er zaterdag al snel koorts bij. Geen ramp natuurlijk maar in mijn bloed vindt men bitter weinig witte bloedcelletjes om weerstand te bieden: 1.700 ipv. de gebruikelijke 5 à 10.000. De extra antibioticatroepen kunnen de koorts tegen 's avonds gelukkig terugdringen.

Maar mijn haardos krijgt wel een dag uitstel van executie. Zondagmiddag zit ik letterlijk en figuurlijk met mijn handen in mijn haar: hoezeer ik het ook verwachtte, het besef dat ik kaal wordt, kost me wat traantjes. Iedereen verliest normaal gesproken 50 tot 100 haren per dag, in de herfst verliezen we er naar 't schijnt zelfs meer. Maar ik verlies er zo'n 140.000 op 1 dag. Als Dieter mijn haar 's avonds begint af te scheren (na veel getreuzel van mijn kant), heb ik het toch moeilijk. Nina zit op de eerste rij en ze vindt het best vermakelijk, dat maakt het voor ons wat draaglijker. Toch even een blik in de spiegel gooien: oei oei ben ik dat? Mijn kale kop went echter snel. Wat een klein hoofdje heb ik. Nu kan ik met mijn mijn arsenaal sjaaltjes aan de slag. Ik sta er wel mee! Ik ga genieten van het weekje, want in mijn agenda staat bij vrijdag 12 december: fluosessie nummer 2.

Mijn strijd tegen borstkanker en vooral het verlies van mijn haren doen me terugdenken aan het verhaal van Inanna dat de docente voorlas tijdens mijn therapieopleiding, in de les over het gebruik van verhalen en sprookjes in psychotherapie. Toen vond ik het een mooi verhaaltje, maar ik stond er verder niet bij stil. Nu identificeer ik me zelfs voor een stuk met Inanna, die een reis maakt naar de Onderwereld maar eerst al haar uiterlijkheden van zich af moet leggen. Ik nodig jullie uit om het verhaal te lezen én te voelen...

Inanna, koningin van de Hemel en de Aarde, maakte ooit haar beroemde reis naar de Onderwereld, waar haar zus Eresjkigal woonde.
Op een dag hoorde Inanna over de noodkreet van haar oudere zuster Ereshkigal, die treurde over de dood van haar man. Inanna voelde zich verplicht om in de donkere Onderwereld af te dalen. Om zich op haar afdaling voor te bereiden, bezocht Inanna de tempels in de zeven steden van haar rijk en nam de zeven heilige 'me' in haar handen (de 'me' waren de ongeschreven wetten die als kenmerken van de goddelijke drijfkrachten werden aanzien en die zowel de kosmische orde als de maatschappelijke orde van de mensen bepaalden. Het waren abstracte begrippen die in concrete voorwerpen konden aanwezig zijn, bijvoorbeeld muziek in het muziekinstrument, heerschappij in de koninklijke troon...). Versierd met de zeven me-symbolen van haar staat als koningin, daalde ze af in de Onderwereld.

Onderweg naar de Onderwereld adviseerde Inanna haar trouwe dienaar, Ninshubur, om een beroep te doen op de vaderen om haar van de dood te redden als zij na drie dagen en nachten niet teruggekeerd zou zijn.

Toen ze bij de buitenpoort aankwamen, klopte Inanna aan en eiste te worden binnengelaten. Neti, de poortwachter, verscheen en informeerde: "Wie bent u?" Inanna antwoordde: "Ik ben Inanna, Koningin van de Hemel, op weg naar het oosten." Neti zei haar te wachten terwijl ze haar boodschap aan Ereshkigal overbracht. Toen Ereshkigal dit hoorde sloeg ze op haar dij en beet op haar lip. Nadat ze de kwestie ter harte had genomen, droeg ze Neti op om de zeven poorten van de onderwereld te ontgrendelen. En dan, één voor één, elke poort op een kier te zetten. Ereshkigal beval: "Laat Inanna binnenkomen en verwijder al haar koninklijke kledingstukken wanneer ze binnenkomt. Laat de heilige priesteres van de Hemel diep gebogen binnenkomen in de Onderwereld!"

En zo gebeurde het. Inanna liet een van haar zeven ‘kledingstukken’ bij elk van de zeven poorten achter totdat ze naakt en gebogen in de troonzaal stond. Daar velden de zeven rechters van de onderwereld hun oordeel over haar. Ereshkigal richtte de ogen van de dood op haar en veranderde haar eens zo mooie zuster in een lijk dat aan een haak aan de muur hing als een wegrottend stuk vlees.

Toen Inanna na drie dagen en nachten niet was teruggekeerd, ging Ninshubur naar de tempel in Nippur en verzocht ze vader Enlil haar te helpen, maar hij wilde zich niet erin mengen omdat hij wist dat een terugkeer uit de Onderwereld niet mogelijk was. Ninshubur ging naar de tempel van Ur en zocht assistentie bij vader Nanna, maar ook hij wilde niet helpen. Wanhopig ging Ninshubur naar Eridu en vroeg vader Enki om haar te redden. Diep ontdaan, haalde Enki vuil van onder zijn vingernagels vandaan en vormde twee wezens die noch mannelijk noch vrouwelijk waren. Hij zei hen de Onderwereld als vliegen binnen te gaan. Wanneer ze Ereshkigal zouden horen kreunen, steunen en zuchten tijdens de pijnscheuten van haar bevalling moesten zij ook moesten kreunen, steunen en zuchten. Dit deden ze zo doeltreffend dat Ereshkigal, die zich verbaasde over hun medeleven en zich getroost voelde, hen een geschenk aanbood. Ze vroegen slechts het lijk dat aan de muur hing. Toen ze het lijk kregen, volgden ze Enki’s instructies op en besprenkelden het met voedsel en levenswater.

Inanna stond op, herboren!

woensdag 3 december 2008

Een vloek en een zegen

Kanker, borstamputatie, chemo, misselijk zijn: natuurlijk vloek ik, en meer dan eens. Maar kan het ook een zegen zijn?

De laatste maanden voor ik te horen kreeg dat ik kanker had, had ik het moeilijk om mijn drukke leventje vol te houden. Ik merkte dat ik erg moe was en nood had aan veel tijd voor mezelf. Het lukte me niet meer om mijn werk, mijn gezin en mijn opleiding te combineren en nog energie over te houden. Ik had nood aan rust en zei tegen mezelf dat het eens tijd werd om mijn leven te herbekijken.

En toen was daar - toeval of niet - mijn kanker. Een jaar rust! Een jaar voor mezelf! Wat een zegen! Ik kijk er eerlijk gezegd nu niet naar uit om mijn vroegere jachtige leventje te hernemen. Kanker hebben doet stilstaan. Wat wil ik nu écht? Wat is voor mij belangrijk in mijn leven? Waar ligt mijn verlangen?

Wat ik vervloek? Op een fluosessie volgen bij mij blijkbaar een viertal dagen matige tot hevige misselijkheid en dan smelt die weg als sneeuw voor de zon. Dat valt al bij al nog mee, vind ik. Het vervelendste is het vieze gevoel in mijn mond de dagen nadien. Alsof mijn smaakpapillen het als eerste laten afweten: ik smaak bitter weinig van mijn eten en tussendoor heb ik een vieze smaak.

Moe ben ik ook nog, maar ik heb in het begin van vorige week goed gerust. Ik had ook een druk dagje IV-opleiding (Interactionele Vormgeving) in Antwerpen op het programma. Wat was het heerlijk om me een hele dag geen kankerpatiënt te voelen, maar gewoon iemand die opleiding volgt. Van zo'n intense, boeiende dagen geniet ik nu dubbel, alsof het een snipperdagje was. Dat ik er de dag nadien wat moe van ben, neem ik er met de "grimlach" bij.

Tussen de 9e en 13e dag na een fluosessie is mijn weerstand het laagst. Maandag (1 december) was de 10e dag, en er was een bloedcontrole in het UZ gepland. Daaruit blijkt dat de chemo wel degelijk een effect gehad heeft op mijn witte bloedcellen, die staan redelijk laag, wat betekent dat ik minder weerstand heb. Nu zijn de waarden zeker niet alarmerend, dus ik moet enkel uit de buurt blijven van mensen met koorts. De dokter gaf me toch de toelating om de voorstelling van het allereerste IV-boek bij te wonen. Na een werkdag had ik het nooit zien zitten om naar Antwerpen te gaan voor zulke folietjes. Wat een zegen, want ik geniet hier nu dubbel van.

Hoe reageren de kindjes? vragen de mensen mij vaak. Nina vraagt wel een extra portie aandacht, en niet altijd op een positieve manier… Zo was ze vorige week steevast om 5 uur wakker en wou ze niet meer slapen. Natuurlijk mocht ze dan nog niet opstaan, maar slapen lukte dan niet meer, wat we ook probeerden. Misschien voelt Nina de veranderingen in ons gezinnetje. Af en toe leggen we haar ook op haar niveau uit wat er met mama gebeurt en zal gebeuren, want bewust of onbewust zal dat haar wel bezighouden. Sedert dit weekend is het beter omdat Dieter op ons krijtbord in de keuken een wenend gezichtje tekende bij Janneke maan en een lachende Nina bij de zon. De sint zou natuurlijk het liefst twee lachende gezichtjes zien.

De kleine Leon is amper ziek geweest het voorbije jaar, maar nu houdt het RSV-virus hem even in de greep: de koorts en diarree zijn nu wel voorbij, maar de hoest en de slijmpjes zijn hardnekkig… Nu moet hij verschillende keren per dag aërosollen en enkele keren op bezoek bij de kinesiste om die slijmpjes los te maken. Volgens de kinderarts is dit besmettelijk en dat is geen goed nieuws voor mij want ik mag natuurlijk niet te dicht bij een zieke peuter komen. Gelukkig strooit Leon kwistig vervangende handjeskussen in mijn richting. Maar die vervangen in geen honderd jaar de zalige knuffels!

En nu vervloek ik het nakende verlies van mijn haar. Godverdomme! Dat is nu een kwestie van dagen. 't Zal wel stukken kouder zijn. Maar ik heb al een heel assortiment sjaaltjes en vooral: ik ben omringd door heel warme liefde!

Kom heel binnenkort maar eens terugpiepen, dan trakteer ik jullie op een verhaal!